Het leven van Rochus is overgeleverd in een anZ 151derhalve eeuw na zijn dood geschreven biografie. In 1295 werd hij in Montpellier geboren uit een aanzienlijke familie. Op een pelgrimstocht naar Rome werd hij getroffen door het leed van lijders aan de pest, de ziekte die in die tijd zeer veel slachtoffers maakte. Hij verzorgde de zieken en wist volgens de legende door gebed of enkel door het maken van een kruisteken velen van hen te genezen. Voor de gelukkigen was dat een uitkomst, want tegen de pest was in die dagen geen kruid gewassen.

In Piacenza raakte Rochus zelf besmet. Hij trok zich in eenzaamheid terug in een bos. Een hond van een vriend voorzag hem van voedsel. In dat bos bewerkstelligde een engel zijn genezing. Na zijn terugkeer in Montpellier werd hij ervan verdacht een spion te zijn. Hij werd opgesloten in een gevangenis waarin hij vijf jaar later in 1327 zou zijn overleden.

De Rochus in de beeldende kunst is een magere jongeman met een pelgrimsstaf. Hij slaat zijn pelgrimsmantel open om aldus de pestbuilen op zijn lichaam te laten zien. Een combinatie met een engel die hem verzorgt en de hond komt vaak voor. Het dier heeft een stuk brood in de bek of likt de zweren. Aldus wordt hij onder andere voorgesteld door Joachim Patinier en door Joost van Kleef (beiden Pinakothek, Munchen).

Rochus was aan het eind van de Middeleeuwen een zeer geliefde heilige. Het werelddeel ging toen gebukt onder de pest. De verering van Rochus, een van de zes pestheiligen, ontstond in Venetië waarheen zijn relieken in 1485 werden overgebracht. Omdat Venetië met Antwerpen goede handelsbetrekkingen onderhield, sloeg de verering over naar de Lage Landen. Daardoor waren in de Nederlanden talloze Rochus-kapelletjes te vinden, nu nog vooral in België. Nederland kent nog één Sint-Rochus-gilde, in Stevensweert in Limburg. Hij geldt niet alleen als de beschermheilige tegen pest, maar ook tegen andere besmettelijke ziekten van mensen en soms van dieren. Daarbij wordt hij beschouwd als patroon van artsen en verplegers. Elders wordt Rochus voor geheel andere zaken aangeroepen. In Duitsland staat hij te boek als patroon van de wijnbouwers en in België is hij beschermer tegen zweren en patroon van de hopbrouwers, nodig voor de bereiding van het onvolprezen Belgische bier.

Net als de pest heeft de enig bekende weerspreuk van Rochus iets van verderf in zich.

“Als Rochus lelijk kijkt, de maal (made) niet uit ons groenten wijkt.”

 

Bron:  “365 Heiligendagen. Folklore, Gebruiken, Iconografie, Legenden, Namen, Weerspreuken” door Kees van Kemenade / Paul Spapens